Inbreng LPF bij hoofdlijnendebat over rapport Van den Haak inzake de beveiliging van Pim Fortuyn
Voorzitter,
Op 6 mei werd onze lijsttrekker Pim Fortuyn vermoord. Wij missen Pim, zijn persoonlijkheid, visie en bevlogenheid nog iedere dag en ook vragen wij ons nog iedere dag af hoe de moord op hem heeft kúnnen gebeuren. Het verdriet, de afschuw en de grote verslagenheid, die toen in mei niet alleen bij mijzelf en alle mensen binnen de LPF, maar in heel Nederland heerste, kwam deze week weer in ons naar boven toen we het rapport van de Commissie Van den Haak lazen en opnieuw de beelden van Pim, dood op het asfalt van het Mediapark in Hilversum, op de televisie zagen. U kunt zich voorstellen dat de LPF, en dat geldt ook voor die 1,6 miljoen kiezers die in mei op de LPF en Pim hebben gestemd, met spanning heeft gewacht op de uitkomsten van dit rapport. Wij respecteren het werk dat de Commissie van den Haak heeft verricht, maar we zijn toch ook teleurgesteld en verontwaardigd, omdat de onderste steen niet boven is gekomen.
Heel geraffineerd legt de Commissie de schuld bij het systeem dat niet adequaat heeft gefunctioneerd. We horen hier weer de klompendans van het poldermodel, waarin we het met z'n allen hebben gedaan en dus niemand verantwoordelijk is. De uitvlucht waar Pim zo'n hekel aan had, wordt uitgerekend nu wederom toegepast.
Op 6 mei, drie uur na de moord , verklaart de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken, de heer De Vries, dat hij "diepgaand heeft nagegaan of er aanleiding was om Fortuyn te beveiligen." Hij concludeert vervolgens dat hiervoor "de aanwijzingen ontbraken". Uit het afgelopen dinsdag gepresenteerde rapport van de Commissie Van den Haak blijkt nu onomstotelijk dat de heer De Vries op 6 mei niet de waarheid heeft gesproken. Er was wel degelijk sprake van een serie van aanwijzingen die ook op zijn departement bekend waren. Het ging om een serie van concrete bedreigingen aan het adres van Pim Fortuyn, waar de BVD nadrukkelijk weet van had. De heer De Vries heeft als Minister gefaald in zijn sturende en controlerende taak. De Commissie Van den Haak constateert dat hij tot tweemaal toe te afwachtend is geweest ten aanzien van de dreigingsanalyses waar hij de Binnenlandse Veiligheidsdienst zelf om gevraagd had.
De LPF rekent met de menselijke maat. Dat blijven wij doen ondanks eerdere honende debatten in deze zaal. Je houdt niet op mens te zijn zodra je minister wordt. Ik geloof dat de mens Klaas de Vries te goeder trouw heeft gehandeld en hem komt als enige paarse politicus de eer toe dat hij tenminste iets heeft gedaan, door om informatie te vragen.
Over ons politieke oordeel over de rol van de toenmalige Minister De Vries, kan en wil ik kort zijn: hij is met betrekking tot de beveiliging van Pim Fortuyn ernstig tekort geschoten. Als het systeem heeft gefaald, dan is hij als verantwoordelijk politieminister daarvoor verantwoordelijk. Het is de taak van de Minister ervoor te zorgen dat de veiligheidsdiensten wél samenwerken en hun werk naar behoren doen. De door de LPF-fractie tijdens het debat van 12 juni 2002 ingediende motie van wantrouwen aan het adres van de minister was dus terecht. De minister had moeten aftreden. Hij is thans geen minister en komt naar onze mening ook niet langer in aanmerking voor een ministersfunctie.
Voorzitter,
De hoofdconclusie van de Commissie Van den Haak is, dat de BVD heeft gefaald bij het opstellen van een dreigingsanalyse van Pim Fortuyn in de loop van het voorjaar van 2002. De LPF vindt het onbegrijpelijk, dat de huidge Minister van Binnenlandse Zaken na 3 uur meent te kunnen ontkrachten, waar 5 gezaghebbende commissieleden samen met hun staf, 7 maanden onderzoek naar hebben verricht. Hoe is dit mogelijk? Is de Minister niet te vlug pal voor zijn eigen inlichtingendienst gaan staan. Heeft hij zich wel écht vergewist van het gebrekkige functioneren van de BVD? Is de Minister niet te vlug pal voor zijn eigen inlichtingendienst gaan staan. Heeft hij zich wel écht vergewist van het gebrekkige functioneren van de BVD? Maar kennelijk doet deze minister dagelijks voor tv wisselende uitspraken. Ik geef hem graag de gelegenheid in dit huis uit te leggen wat hij werkelijk meent. Hij is nu voor het gebrekkig functionerende systeem verantwoordelijk en hij moet beloven het grondig te gaan reorganiseren.
Voorzitter,
Door Minister-President Kok en Minister De Vries is deze zomer een rapport toegezegd, waarin alle facetten rond de beveiliging van Pim Fortuyn "tot op de bodem zouden worden uitgezocht". Het zou een rapport worden "met onbetwistbare conclusies". Naar het oordeel van de LPF heeft de Commissie Van den Haak met haar rapport zich voor een groot deel en naar behoren van deze taak gekweten. Want als er volgens de LPF juist íets duidelijk wordt uit het rapport, dan is dat wel dat de BVD heeft gefaald bij het verzamelen, maken en uitvoeren van een dreigingsanalyse van Pim Fortuyn. Iedereen wist dat Pim Fortuyn gevaar liep. Iedereen wist dat hij de straat niet meer over durfde na het Maashaven-incident in Rotterdam. Iedereen zag hoe hij gedemoniseerd werd op internet en in de media. Overigens, de media lieten wij in de campagne zoveel mogelijk bij Fortuyn thuis langskomen, omdat de risico’s buiten de deur groot te waren. Het was trouwens Fortuyn zelf, die publiekelijk en tot 2 maal toe (bij Jensen! en ervoor bij BVD), aangaf zich bedreigd te voelen en een aanslag te vrezen.
De Commissie concludeert, dat de BVD van maar liefst 14 serieuze incidenten die de veiligheid van Fortuyn betroffen, niets wist. De poederbrieven die Fortuyn ontving, het oploopje bij de woning van Fortuyn en het hinderlijk volgen van de taxi van Fortuyn waren volgens de Commissie Van den Haak incidenten waar de BVD in ieder geval van "had moeten weten". En kúnnen weten, als zij haar werk goed had gedaan. De serieuze incidenten waar de BVD wél van op de hoogte was, heeft de Dienst niet gebruikt bij het maken van een grondige dreigingsanalyse, zo oordeelt de Commissie. Op twee verzoeken van de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken om een dreigingsanalyse, deelde de BVD na een onderzoekje van slechts enkele uren mondeling mee, dat er van concrete dreigingen aan het adres van Pim Fortuyn geen sprake was.
Voorzitter,
Op pagina 354 van haar rapport stelt de Commissie dat het onderzoek naar de inspanningen van de BVD om ‘dreigingsanalyses’ te maken door een aantal factoren bemoeilijkt werd. Eén opvallende factor was de ziekte, gedurende de gehele periode van het onderzoek, van de voor het opstellen van dreigingsanalyses verantwoordelijke ambtenaar. Deze BVD-er heeft zich daarmee onttrokken aan een verhoor voor de commissie. De commissie heeft zich moeten beperken tot uitwisseling van schriftelijke vragen en antwoorden. Iedere strafrechtadvocaat in Nederland zal kunnen beamen dat dit ‘ziek melden’ in feite betekent dat deze cruciale-BVD ambtenaar niet gehoord wilde worden voor de commissie. Hoe anders valt uit te leggen dat hij zich voor de duur van 7 maanden niet ter beschikking heeft kunnen stellen ?
Het regeringsstandpunt is dat de BVD-melding van "geen dreiging" voor Pim Fortuyn gegrond was op een goede informatiepositie en relevant onderzoek op evengenoemde terreinen. Dit standpunt is, gelet op alle voorgaande constateringen over het disfunctioneren van de Binnenlandse Veiligheidsdienst met betrekking tot haar rol in de persoonsbeveiliging van Pim Fortuyn, simpelweg onhoudbaar. De LPF verzoekt de regering dit standpunt te herzien.
Met betrekking tot de aanwijzingen op basis waarvan de overheid overgaat tot persoonsbeveiliging wil de LPF dat in het vervolg uit wordt gegaan van een risico-analyse in plaats van een dreigingsanalyse. De gang van zaken rond de persoonsbeveiliging van Pim Fortuyn leert volgens de LPF dat niet gewacht kan worden tot een bepaald quotum van bedreigingen is gehaald. Een persoon, zeker als die een rol speelt in de democratische rechtsstaaat, verdient bescherming alleen al op basis van het feit dat hij het risico loopt in zijn fysieke integriteit te worden aangetast; hier hoeven geen concrete bedreigingen aan ten grondslag te liggen. Want voor je het weet is het te laat…
De Commissie constateert zelf op grond van Amerikaanse analyse dat de afgelopen halve eeuw 43 politieke moorden zijn gepleegd zonder voorafgaande dreiging of waarschuwing. Hoe kun je dan als Commissie en als Regering in ernst een systeem verdedigen dat op dreiging en niet op risico is gebaseerd? Een Al-Qaida zelfmoordenaar gaat echt niet verklappen dat hij eraan komt.
Voorzitter,
Er blijven ook voor de LPF-fractie vele vragen over. Hoe zit het met het getapte telefoongesprek tussen de 2 IJssellandse dierenrechtenactivisten op 7 januari waarin gesteld wordt "die Fortuyn moet echt…. dood"? Waarom is de inhoud van dit telefoongesprek niet meteen doorgegeven aan de BVD? Pas na 6 mei komen dit gespreksverslag boven tafel. Mogelijk hield het afgetapte gesprek verband met de moord op Pim Fortuyn. De LPF-fractie is benieuwd waarom dit feit zo gemakkelijk wordt weggewoven in het rapport.
Waarom heeft de Commissie nimmer de moeite genomen de mailboxen van Leefbaar Rotterdam en de LPF te onderzoeken. Daar zitten tientallen, misschien wel honderden dreigmails in. Op ons secretariaat liggen er een twintigtal. De Commissie heeft uitsluitend de persoonlijke laptop van Pim Fortuyn bekeken en baseert daarop de vergaande conclusie dat er geen sprake was van aanhoudende bedreigingen. Dat dank je de koekoek! Een bedreiging is pas een bedreiging als hij op je persoonlijke adres arriveert. Wat een onzin. Steunt de minister het oordeel van de heer Van de Haak, die beweert dat Pim niet zou hebben meegewerkt, omdat hij na het Maashaven-incident weigerde aangifte te doen? Lost het invullen van een formulier naar oordeel van de Minister alles op?Weet de minister dat vice-voorzitter Langendam en fractievoorlichtster Scheffers aangifte wilden doen, maar dat dit om bureaucratische redenen werd afgewimpeld. Alleen aangiften in persoon gedaan, worden in behandeling genomen. Iedere Nederlander weet inmiddels dat zelfs dat meestal niet gebeurt.
De secretaresse van het partijbureau kreeg van de politie Schiedam te horen, dat de wachttijd voor het doen van aangifte vier tot vijf uur was en dat de politie geen tijd had de stapel dreigbrieven bij het partijbureau op te halen. Kom niet bij mij met de opmerking dat de politie adequaat heeft gehandeld. Dat geldt alleen voor de straatsurveillance. Van Rotterdamse dienders hadden en hebben wij een hoge pet op, maar verder heeft zo ongeveer iedereen gefaald. Het schiet mij te binnen dat ik op 6 mei 's morgens in Hotel Des Indes was, gevraagd om dranghekken, geweigerd. Etc.
Voor de RvS is eind maart gepoogd de LPF ongeldig te doen verklaren, daaraan ging een internetcampagne vooraf, waarin de doodstraf voor Pim werd geeist door een man, wiens naam ik wijselijk niet noem. Waarom ook hiermee niets gedaan?
Dan, voorzitter, stelt de Commissie Van den Haak, dat de moord op Pim Fortuyn niet voorkomen had kunnen worden. Met vele beveiligingsexperts, komt de LPF-fractie tot een ander oordeel. Als de dreigingsanalyse correct en grondig was uitgevoerd, en als Pim Fortuyn in het vroege voorjaar van 2002 van overheidswege persoonsbeveiliging had gekregen, dan had de aanslag van een amateur als Volkert van der G. voorkomen kunnen worden. Dit is voor de LPF een moeilijke, maar nog steeds ook pijnlijke constatering.
Voorzitter,
De LPF-fractie dankt de Commissie Van den Haak nietemin voor het vele werk dat is verricht. De talrijke aanbevelingen die in het rapport staan, verdienen een nader debat. De Staatscourant, niet de meest sensationele in dit land, kopt: Pim F. had beveiliging moeten krijgen. De LPF eist van de betrokken ministers dat deze conclusie van de commissie wordt overgenomen, dat erkent wordt dat de overheid schromelijk is tekortgeschoten in haar rol als hoeder van de rechtsstaat en dat de verantwoordelijke ministers beloven dat zij alles zullen doen wat in hun vermogen ligt om herhaling te voorkomen en het systeem te veranderen. Dit kabinet ontleent zijn bestaansrecht aan duidelijkheid en daadkracht.