Ik zei haar dat ik gegriefd was; dat ik van iemand met wie ik 30 jaar lang lief en leed heb gedeeld, toch minstens the benefit of the doubt had verwacht. En dat ik eigenlijk niet meer wilde wonen in dit land, waar de pers onder één hoedje speelt met de politiek. Het bleef even stil. Toen zei ze aarzelend: "Is het in andere landen soms béter dan?" "Daar heb je die eeuwige dooddoener weer", riep ik verhit. "Is dat de enige troost die je me te bieden hebt? Dat er ook landen bestaan waar je in het gevang gesmeten kunt worden om wat je schrijft? D'r zijn altijd wel erger dingen te bedenken. In de Sahel hebben ze niks te eten! Op de maan kun je niet eens adem halen! Moet ik daarom lijdzaam toezien hoe hier de persvrijheid geruisloos om zeep wordt geholpen?" En ik smeet dol van drift de hoorn erop. Als ik niet uitkijk raak ik door de affaire-Fortuyn niet alleen mijn baan kwijt, maar ook - wat veel erger is - mijn beste vriendin. En ik heb een bruin vermoeden dat ik niet de enige ben die in zo'n netelig parket zit.
Op de dag van de verkiezingen heb ik een aanval gekregen van wat je met een gerust hart paranoia mag noemen. Nederland ging ter stembus, maar aan de uitzendingen op Ned 1, 2 en 3 was daar hoegenaamd niets van te merken. Het was allemaal soaps, voetbal en spelletjes wat de klok sloeg. Op de informaatsiezender Radio 1 een item over het blokkeren - door omwonenden - van de vestiging van een nieuw asielzoekerscentrum in Brabant. De omwonenden hadden gezamenlijk de bewuste villa gekocht, zodat het COA ernaast greep. Omwonenden heb ik niet gehoord. Ze interviewden alleen de lokale directeur van het COA, die uiteraard pisnijdig was op die omwonenden. Toen een item over zwarte scholen. Toen het nieuws dat dat "de kosten van de geneesmiddelen de komende vier jaar met zus of zoveel procent zouden stijgen". (Voor het geval de luisteraars nu nóg niet wisten dat Fortuyn zijn plannen niet deugen wegens het ontbreken van financiële onderbouwing, neem ik aan.) De calculaties waren afkomstig van het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu in samenwerking met het Centraal Planbureau en werden, o wonder van toevalligheid, uitgerekend vandaag openbaar gemaakt. En tenslotte, als kroon op het werk, een interview met Jan Pronk. Eerste vraag van Karel van de Graaf: "Is het waar dat u na de moord zelf bent bedreigd? Is het niet verschrikkelijk dat u zich nu achter geblindeerde ramen moet schuilhouden?"
Ik nam mijn toevlucht tot Teletekst. "Premier Kok heeft alle stemgerechtigde Nederlanders opgeroepen om met verstand te gaan stemmen", las ik. "Hij zei vandaag in het NOS-Journaal dat een stem geldt voor vier jaar, en dat een herkansing onmogelijk is." (Onmogelijk? Wat gaan we nou krijgen? Heeft de premier er nog nooit van gehoord dat in een democratie elke regering in een handomdraai ten val kan worden gebracht door de zogenaamde "volksvertegenwoordiging", als dat nodig mocht zijn?)
"Na de dood van Pim Fortuyn", vervolgde Teletekst, "zijn de emoties hoog opgelopen, aldus Kok. Toch is het volgens hem belangrijk niet alleen vanuit het gevoel te gaan stemmen. In het RTL-programma Barend en Van Dorp zei de premier dat hij het jammer vindt dat de campagne geheel stil is komen te liggen. Hij zei met pijn in het hart afscheid te nemen als premier." (Het understatement van de eeuw, mag ik wel zeggen.) "Maar mijn besluit vast staat", aldus Teletekst. ("Vast staat?", mompelde ik. "Ikke niet begrijpen. Kok een beetje in de war zijn, misschien?") Maar de kijkers waren blijkbaar nog steeds niet goed genoeg voorgelicht door deze uitzending in het kader van de door de regering aan de PvdA ter beschikking gestelde zendtijd. "Demissionair premier Wim Kok", ratelde Teletekst verder, "vindt de Lijst Pim Fortuyn (LPF) een partij zonder cohesie met nauwelijks wortels. Stemmen op de LPF is volgens hem een riskant avontuur. Want er is weinig stabiliteit te verwachten van deze partij, aldus Kok vandaag in Ontbijt TV." (O, dat woord stabiliteit: hier werd alvast - uiterst behoedzaam - een maatschappelijk draagvlak gecreëerd voor het uitroepen van de noodtoestand, het installeren van een crisiskabinet en het inschakelen van het leger om rust en orde te handhaven. Althans, dat hoorde ik erin, in mijn paranoide toestand. Mijn hart zonk in mijn schoenen.) "Zakenman Joep van den Nieuwenhuijzen, die wel minister voor de LPF worden wil, noemde hij iemand die niet weet waar hij over praat. De premier zei verder zich grote zorgen te maken om zijn politieke erfenis. Hij zocht de afgelopen dagen nadrukkelijk de publiciteit om te proberen het tij te keren voor zijn partij, de PvdA. Ik zet iedere vezel in m'n lichaam in om duidelijk te maken waarom stemmen op ons, op mijn partij, belangrijk is, aldus Kok."
Tot zover Teletekst, op de dag van de verkiezingen. (Ik dacht aan de woorden van Pim Fortuyn, onmiddellijk na de taartsmijterij: "U bent ook MIJN minister-president". Kort tevoren had ik mijn advocaat gebeld, een door en door integer iemand, die mij al twee jaar belangeloos bijstaat in een tijdverslindend proces dat Louis van Gasteren tegen mij heeft aangespannen. Waar vind je zo'n onbaatzuchtig mens vandaag de dag nog, in de advocatuur. Nú had ik hem nodig omdat ik, wegens het lekken van interne memo's over de kwestie-Fortuyn (de grootste journalistieke doodzonde is namelijk niet liegen, maar lekken) met ontslag werd bedreigd. Ik had me niet in zijn onkreukbaarheid vergist: hij zei ruiterlijk dat hij in dit geval niet de aangewezen persoon was om mij te vertegenwoordigen, gezien zijn nauwe banden met - de PvdA. Hij is namelijk fractievoorzitter van de PvdA geweest in de Amsterdamse raad, heeft het verkiezingsprogramma helpen schrijven, en is in een adviserende functie betrokken bij de campagne. Ik vind het fideel van hem dat hij zich in deze heeft verschoond, zoals dat in vakjargon heet. Teneinde elke schijn van partijdigheid te vermijden, zoals dat in vakjargon heet. Daar zouden - onder ons gezegd en gezwegen - heel wat rechters en politici een voorbeeld aan kunnen nemen. Er zitten ook rechtschapen mensen bij die partij, wil ik maar zeggen. Dat u vooral niet denkt dat ik ze allemaal over één kam scheer. Ik heb intussen besloten dat ik het ook wel zonder advocaat af kan. En zéker zonder een jurist van de vakbond, die toch alleen maar gaat zitten muggenziften over de kleine lettertjes in mijn arbeidscontract. Terwijl ik die helemaal niet als argument wíl aanvoeren, zelfs niet als ze in mijn voordeel pleiten. Het gaat namelijk, in mijn ogen, om iets veel fundamentelers dan dat. Ik wens dat arbeidscontract niet te erkennen; want het legt mij, op straffe van ontslag, geheimhoudingsplicht op. En als zelfs journalisten geen openbaarheid mogen betrachten, waar moet het dan heen met ons?
Het klamme zweet brak me uit. Ik belde mijn baas. "Chef", riep ik. "Heb je de radio en de tv aan? Nederland gaat ter stembus, en de publieke omroepen zenden reportages uit over de suikerbietenoogst! Ik waan mij op Cuba! Het lijkt wel een nachtmerrie! Chef: ze vertikken het om de macht af te staan!" "Werkelijk?", sprak mijn baas luchtig. "De zenders zijn dus uit de lucht gehaald, als het ware. Nou, ik zal je eerlijk zeggen: ik vind het ook wel een beetje een bloody shame hoor, wat Rosenmöller allemaal over Fortuyn heeft gezegd." "Chef", zei ik. "Hoor je wat ik zég? Ze zijn een soort stille staatsgreep aan het beramen! En jouw redactie zit ondertussen nog steeds de persberichten van het ministerie over te schrijven! Zie je het dan niet, chef? Niemand interesseert zich meer ene fuck voor wat er in de kwaliteitskranten staat! Iedereen is aangewezen op de dorps-tamtam!
Steeds meer dissidente journalisten vluchten het Internet op met hun geweigerde verhalen! Pauline Sinnema, starreporter van het Parool, heeft ook nog een interessant stuk liggen dat ze niet langs haar hoofdredactie heeft kunnen krijgen! Het zou me niks verbazen als dat straks eveneens opduikt op een website! Dóe iets, chef! De tijd van lunchen met de PCM-directie is voorbij! Ach, laat ook maar zitten. Straks geeft de directie jouw baan aan Bram Peper. Slaap maar rustig verder. Toedeloe."
Plotseling begon ik achter iedere boom een BVD-agent te zien. Sinds de moord word ik namelijk van alle kanten bestookt door lui die mij voor hun kar proberen te spannen. Zijn dat lui die werkelijk "het gedachtengoed van Pim Fortuyn willen voortzetten, omdat de kandidaten op de LPF-lijst daarvoor niet geschikt zijn", of zijn het lui van de BVD, die langs deze weg tweedracht proberen te zaaien bij de oppositie? Het zou namelijk de eerste keer niet zijn: vanaf de jaren zestig tot ver in de jaren tachtig heeft de BVD stelselmatig geprobeerd om alles wat ter linkerzijde van de PvdA politiek actief was onschadelijk te maken door sabotage van binnenuit. Met wisselend succes. Vraag maar aan Jan Marijnissen. ("Ratfucking", noemen ze dat in de VS: je dropt in het kamp van je politieke tegenstanders een infiltrant, die daar moedwillig de ene rel na de andere ontketent. De kwaliteitskranten melden vervolgens braaf dat de beweging verscheurd wordt door interne twisten, en veel te instabiel is - daar heb je dat angstaanjagende woord weer - om te regeren.) Die lui die mij voor hun kar proberen te spannen, die heb ik teruggemaild dat ik journalist ben; geen politica. Laat ánderen maar strijden om de macht; ik heb mijn handen al vol aan de strijd voor de persvrijheid. "U zou toch zeker niet willen", heb ik eraan toegevoegd, "dat ik nu óók mijn positie als columnist ga misbruiken om voor mijn favoriete partij te lobbyen? U gelooft toch niet in ernst dat ik in dezelfde valkuil ga trappen als Paul Witteman, Sonja Barend, Mark Kranenburg en Hans Wansink?"
En zo is dan nu de tijd aangebroken dat je niemand meer kunt vertrouwen; dat je je staande moet houden temidden van machinaties die veel weg hebben van de intriges aan een Middeleeuws hof. Insiders hebben mij verzekerd dat mijn telefoon nu wel zal worden afgetapt door de BVD. Eerst geloofde ik het niet, en het kon me bovendien geen moer schelen als het wél zo was, want ik heb niks te verbergen. Maar nu zit het me toch niet lekker meer. De vrouw van Bob Smalhout wil liever niet dat haar man zich nog met politiek bemoeit; ze is een beetje bang. En ineens dringt het tot me door wat ik allemaal, (mij volkomen veilig wanend in deze democratische rechtsstaat) over ambtelijke corruptie heb geschreven in de afgelopen jaren. Mocht de zittende politiek er werkelijk in slagen om de oppositie geheel monddood te maken (en dat sluit ik niet uit, als aartspessimist), dan zal de staat mij voortaan niet bar vriendelijk gezind meer zijn. Dan sta ik voortaan te boek als een subversief element. En aan wie moet ik dán mijn artikelen nog slijten? Ik kan ze nú al aan de straatstenen niet meer kwijt!
Bovendien zullen er dan op termijn wel relletjes uitbreken, waarna de ME zal worden ingezet, waarna de boel verder escaleert, waarna de politiek zich, ter handhaving van rust en orde, helaas genoodzaakt zal zien het leger in te zetten, enz. enz. Ik zie al helemaal voor me hoe Maartje van Weegen en Sonja Barend, op honingzoete toon, aan de kijkers zullen uitleggen dat hiertoe is besloten in het landsbelang. Ja, lach me maar uit, maar daar maak ik mij zorgen over.
Pamela Hemelrijk