De commissie stelt in haar rapport dat van echte dreigpost aan het adres van Pim Fortuyn geen sprake is geweest. Het omgekeerde is het geval. Talrijke en zeer grove dreigementen kwamen Fortuyn per post en per e-mail toe: “Als u in leven wilt blijven zou ik maar op uw uitspraken letten”. Iemand anders zweert Fortuyn ‘op korte tijd een kogel door zijn kop te schieten’. Maar voor de commissie kunnen dit soort brieven maar tot op zekere hoogte kunnen worden aangemerkt als “vorm van dreigpost.” Op 12 januari 2002, drie maanden voor de moord op Pim Fortuyn, onderschepte het Escapeteam van de politie IJsselland bovendien een telefoongesprek tussen twee dierenactivisten. De inhoud van dit gesprek is schokkend. In de afgetapte conversatie zegt een activist: “Fortuyn moet dood”. Getraind in het neutraliseren van dit soort statements zegt zijn gesprekspartner vervolgens: “Jongen, oppassen! Monddood bedoel je !”. Deze feiten schreeuwen om verder onderzoek, want ligt hier een direct verband met de latere moordenaar van Fortuyn? De commissie vindt het onnodig om de zaak nader uit te zoeken.
Ook het mogelijke afluisteren van Fortuyn is gebrekkig onderzocht. De commissie concludeert dat telefoontaps alleen na ministeriële goedkeuring geplaatst kunnen worden. Dus geen goedkeuring: geen taps. Maar sinds de geruchtmakende Margarita-zaak weet iedereen in Nederland dat ministeriële toestemming niet noodzakelijk is voor het handelen van de BVD. Dat Fortuyn wel degelijk kan zijn afgeluisterd, mag blijken uit een opmerking van minister De Vries in Buitenhof na de aanslagen van 11 september 2001 waarin De Vries vertelde dat de BVD ‘scherp zal letten op personen die de vrede willen verstoren en een koude oorlog tegen de islam willen voeren’. Op dat moment was er maar één persoon op wie deze opmerking zou kunnen slaan: professor Pim Fortuyn die in augustus publiekelijk de koude oorlog had verklaard aan de islam.
Van zijn kant voelt Pim Fortuyn zich al in november van 2001 ernstig bedreigd en maakt daarvan publiekelijk melding. In Panorama zegt hij op 7 november: “Door mijn stellingname over de islam moet ik vrezen voor goed en leven. Maar mij bescherming bieden is er niet bij ”. Zowel na het taartincident in Nieuwspoort als in het TV-programma Jensen enkele weken daarna, smeekt hij om beveiliging en stelt hij de haatzaaiers persoonlijk aansprakelijk voor het geval hem iets overkomt. Fortuyn doet in het bijzijn van advocaat Oscar Hammerstein op 5 april 2002 aangifte bij de politie Haaglanden tegen de taartgooiers en zegt zeker te zijn dat hij ‘vandaag of morgen wordt vermoord’. Conclusie van de commissie: er valt niet meer uit te maken wat er precies is gezegd. In het Torentje waarschuwde VVD-leider Dijkstal premier Kok al in november 2001 dat Fortuyn mogelijk gevaar liep. Kok deed niets, maar nergens in het rapport wordt de rol van de oud-premier hierover bekritiseerd.
Waarom werden diverse sleutelfiguren rond Fortuyn niet door de commissie verhoord? Feijenoord-voorzitter Jorien van den Herik die op 6 mei nog een uur lang met Fortuyn sprak over diens veiligheid en Pim’s secretaresse, Baukje Schuling, die veel informatie vanuit het LPF-hoofdkwartier had kunnen verstrekken, werden beide niet uitgenodigd. Maar ook mevrouw Lang van de BBC had gehoord moeten worden. Zij heeft uit de mond van Pim Fortuyn zelf opgetekend, dat hij Wim Kok om beveiliging had gevraagd maar dat daar geen geld voor was. Is dit verhaal waar? Het is niet door de commissie nagetrokken en we zullen het dus nooit weten. Ook de BVD-er die speciaal verantwoordelijk was voor het maken van de gevraagde dreigingsanalyse is niet door de commissie in persoon gehoord doordat hij zich 5 maanden lang ‘ziek’ meldde.
Ronduit stuitend is de eindconclusie van de commissie dat de moord op Fortuyn niet voorkomen had kunnen worden. Nota bene moordenaar Volkert van der G. heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat hij in geval van persoonsbeveiliging de moord op Pim Fortuyn in het Mediapark niet zou hebben gepleegd. Trouwens, oud-president Ronald Reagan en de Paus overleefden in de vroege jaren ’80 beide een aanslag op hun leven dankzij oplettende persoonsbeveiligers.
Kortom, de commissie Van den Haak heeft de Tweede Kamer niet het rapport met onbetwistbare conclusies gegeven wat De Vries en Kok de Kamer hadden toegezegd. In het geheel onzorgvuldig en op meerdere punten onwaar, heeft het rapport meer weg van een doofpot dan van een gedegen onderzoek. Aanvullend onderzoek is derhalve noodzakelijk om recht te doen aan de waarheid en aan Pim Fortuyn, maar ook om recht te doen aan de controlerende taak van de Tweede Kamer.
Joost Eerdmans
Lid van de Tweede Kamer voor de Lijst Pim Fortuyn