5 maart 2002, Business Class

Als we minister-president Wim Kok (PvdA) moeten geloven dan is Pim Fortuyn een groot gevaar voor het land.

Ik zou aanzetten tot angst, haat en onverdraagzaamheid door het politiek aan de orde stellen van de niet aflatende toestroom van vreemdelingen door het asiel- en gezinsherenigingbeleid van Paars en alsof dat nog niet genoeg is ben ik ook nog zo asociaal om kankerpatiënten niet toe te laten tot de WAO.

“Zo die zit” , moet de premier van alle Nederlanders gedacht hebben.
Het praatje voor de TV elke week met de minister-president behoort te gaan over de besluiten in de ministerraad, maar werd afgelopen vrijdag door Wim Kok, vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen, schaamteloos misbruikt voor het bedrijven van partijpolitieke propaganda van de goedkoopste soort.

Je maakt van je politieke tegenstander een volstrekte karikatuur en verkoopt dat voor de waarheid, klaar is Kees. Ik heb de kiezer gelukkig hoger zitten en vertrouw erop dat hij niet in dit soort doorzichtig opgestelde valstrikken trapt. Ondertussen had ik het, kennelijk naïef als ik ben, niet verwacht van Kok en ben ik zeker teleurgesteld dat hij het belangrijke ambt van minister-president op deze manier te grabbel gooit.
Maar goed, laten we ons in deze column beperken tot de feiten, die zijn op zichzelf ernstig genoeg.

Ik heb nooit opgeroepen of aangezet tot haat, angst en onverdraagzaamheid, ik zou willen zeggen integendeel! Wat ik wel heb gedaan en dat nu al gedurende een groot aantal jaren, overigens zeker niet alleen met name de ELSEVIER heeft al die jaren belangrijke bijdragen geleverd, is gewaarschuwd voor de te grote toestroom van vreemdelingen via asiel- en gezinsherenigingbeleid. Alleen al via dat laatste beleid stromen er zo’n veertigduizend mensen per jaar binnen, veelal van een geheel andere cultuur, onze taal niet machtig, slecht opgeleid, dus slecht toegerust om in de moderne Nederlandse samenleving een plek te veroveren en productief te functioneren.

Wat cijfers: door het jarenlange instroombeleid van vreemdelingen bestaat nu ongeveer 17% van de Nederlanders uit allochtonen en verkeert 10% van de allochtonen in een achterstandspositie. Dat zijn in mijn ogen brisante cijfers. Die achterstandspositie legt een enorm beslag op de sociale zekerheid (uitkeringen in tal en soort), op het onderwijs, de gezondheidszorg en de veiligheid. Dit zijn feiten die ook Kok niet kan wegpoetsen.

Door die toestroom niet drastisch in te dammen wordt de spoeling steeds dunner, hetgeen keihard betekent dat de nieuwkomers steeds moeizamer integreren doordat het beroep op de schaarse voorzieningen al maar toeneemt. Plastischer gesteld: we zijn aan het dweilen met de kraan wijd open en dat is niet zo slim!

Niet in de laatste plaats omdat dit de nieuwkomers zwaar treft die in Nederland al zijn toegelaten. Het is zeker niet in hun belang de integratieproblemen nog verder te verzwaren. Alle demagogie van de minister-president kan dit probleem niet meer onder het tapijt vegen. Het is overigens met name zijn partij geweest in het bijzonder en de Linkse Kerk in het algemeen, die gedurende een reeks van jaren verhinderd hebben dat überhaupt de feiten mochten worden genoemd.

Jarenlang zijn zij erin geslaagd om de discussie over de toestroom van vreemdelingen te blokkeren en voortdurend in de hoek te drijven van racisme, vreemdelingenhaat en te verbinden met dat afschuwelijk hoofdstuk uit onze geschiedenis: de holocaust (overigens tot op de dag van vandaag, in Amsterdam werd onlangs door de PvdA in het kader van de februari-staking (1941) nog eens gewaarschuwd voor lieden als ik, sic!). Elke normale discussie werd op die manier onmogelijk gemaakt en wat erger is we moesten collectief onze ogen verplicht sluiten voor de feiten.

Het is nog maar kort geleden dat statistische registratie op grond van buitenlandse herkomst verboden was, omdat dit stigmatiserend zou werken. Meten is weten, we hebben heel lang niet mogen meten en dus onvoldoende geweten. Die tijd is nu voorbij en gelukkig mogen we nu tenminste meten en weten en kunnen we discussiëren over oplossingen voor de gigantische integratieproblemen die we hebben en die ons nog te wachten staan.

Maakt u wat dat betreft uw borst maar nat. En dat is slechts een waarschuwing, niet meer en niet minder en heeft niets met oproepen tot haat e.d. van doen!

De kwestie rond die kankerpatiënt in de WAO is zo mogelijk nog grotesker. Trouwe lezers weten dat ik van mening ben dat de WAO alleen nog te beheersen valt als deze wordt teruggebracht naar zijn oorspronkelijke bedoeling, namelijk: een verzekering tegen ziekten en gebreken welke rechtstreeks voortvloeien uit de beroepsuitoefening, waarbij het slechts artsen kunnen zijn die bepalen welke ziekten en gebreken dat zijn en hoe deze vast te stellen en te meten zijn.

Dat betekent inderdaad dat als men kanker krijgt en dit heeft niets van doen met de beroepsuitoefening, men niet in de WAO terechtkomt. Dat betekent helemaal niet dat ik daarmee gezegd zou hebben dat kankerpatiënten maar aan hun lot moeten worden overgelaten.

Ten eerste is daar voor de eerste periode gewoon de ziektewet en moet er voor de periode daarna een andere voorziening worden getroffen dan de WAO, bijvoorbeeld een particuliere verzekering of een speciaal daarvoor in te richten collectieve verzekering. Overigens is dat in menig beschaafd buitenland de gangbare weg, dus ik begrijp echt niet wat er zo asociaal aan mijn standpunt is.

Ik wil er tenslotte nog wel over zeggen dat als het beroep op al die mooie voorzieningen van ons maar blijft groeien, dat er een moment komt dat het bouwwerk door onbetaalbaarheid ineenstort. Dat zou het gevolg zijn van die jarenlange politiek, onder meer van Paars (PvdA, VVD), van de problemen maar voor je uitschuiven. Zo bezien is Kok asociaal en niet ik. Ik zeg tenminste nog dat het vijf voor twaalf is en dat als we nu durven door te zetten, we er tenminste nog iets aan kunnen doen.

Pim Fortuyn
Rotterdam, 4 maart 2002